Programma's

2 Welzijn

Programma

2. Welzijn

(Bedragen x € 1.000)

Rekening

Primi-
tieve
begroting

Gewijzig-
de begro-
ting

Rekening

Saldo

2019

2020

2020

2020

2020

Lasten

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

269

195

385

350

35

5.1 Sportbeleid en activering

329

371

369

298

72

5.2 Sportaccommodaties

3.147

2.806

2.925

3.022

-97

5.3 Cultuurpresentatie, prod.partic.

732

712

712

651

61

5.5 Cultureel erfgoed

25

14

14

17

-3

5.6 Media

980

987

987

964

23

5.7 Openbaar groen en recreatie

473

485

206

377

-171

6.1 Samenkracht en burgerparticip.

3.003

3.447

3.328

3.136

192

6.2 Wijkteams

550

595

649

689

-40

6.3 Inkomensregelingen

348

350

379

354

25

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

2.454

2.143

2.094

2.237

-143

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

14.871

13.982

14.787

14.474

313

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

13.763

10.760

12.838

15.205

-2.368

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

181

550

501

118

383

7.1 Volksgezondheid

1.250

1.653

1.573

1.461

112

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

729

772

737

917

-180

subtotaal

43.106

39.822

42.484

44.271

-1.788

Baten

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

135

130

130

115

-15

5.1 Sportbeleid en activering

38

21

21

65

44

5.2 Sportaccommodaties

1.271

915

1.015

992

-24

5.3 Cultuurpresentatie, prod.partic.

0

0

5.5 Cultureel erfgoed

0

6

6

5.6 Media

0

0

5.7 Openbaar groen en recreatie

98

0

100

243

143

6.1 Samenkracht en burgerparticip.

3

21

21

6.2 Wijkteams

0

0

6.3 Inkomensregelingen

0

0

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

571

314

464

431

-33

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

57

0

0

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

98

522

22

25

3

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

0

0

7.1 Volksgezondheid

16

5

5

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

583

806

806

892

86

subtotaal

2.870

2.708

2.558

2.794

237

Saldo van baten en lasten

-40.236

-37.114

-39.926

-41.477

-1.551

Reserves

Toevoeging

357

0

0

0

0

Onttrekking

328

10

1.000

1.182

182

Resultaat

-40.266

-37.104

-38.926

-40.295

-1.369

Belangrijkste afwijkingen

Ten opzichte van de gewijzigde begroting 2020 is het financieel effect van de mutaties in de jaarstukken 2020 per saldo afgerond € 1,4 miljoen nadelig. De belangrijkste mutaties kunnen als volgt worden toegelicht.

2. Welzijn
(afwijkingen per taakveld => 50.000 saldo baten en lasten)

Onderwerp

Bedrag in € 1.000

Inc. / Struct.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

20

I

5.1 Sportbeleid en activering

116

I

De op dit taakveld verantwoorde personeelslasten zijn lager dan begroot (€ 90 k).

5.2 Sportaccommodaties

-121

I

De overschrijding van het budget kent als belangrijkste oorzaken:
- de op dit taakveld verantwoorde personeelslasten zijn hoger dan begroot ( -/- € 128 k)
- bijdrage aan de exploitatie Biljoenbad was niet begroot voor 2020 ( -/- € 81 k)
- lagere inkomsten zwemlessen en entreegelden door Corona-beperkingen ( -/- € 113 k)
- lagere inkomsten uit verhuur en ter beschikking stellen van sportaccommodaties door met name de Corona-beperkingen ( -/- 137 k)
- ontvangen compensatie van Ministerie van VWS voor gederfde huuropbrengsten ( +/+ € 90 k)
- ontvangen SPUK 2020 als compensatie van vervallen BTW-aftrek en niet als zodanig expliciet begroot ( +/+ 196 k)

5.3 Cultuurpresentatie, prod.partic.

61

I

De onderschrijding komt voort uit de beperktere inzet van de post Cultuur-uitbreiding vanuit het Coalitie-akkoord.

5.5 Cultureel erfgoed

3

I

5.6 Media

23

I

5.7 Openbaar groen en recreatie

-28

I

De onttrekking aan het monumentenfonds ( € 30 k) is niet hier verantwoord maar onder taakveld 0.10 Mutaties reserves

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

213

I

De uitgaven (zoals subsidies) voor Leefbaarheid & Activering zijn lager dan begroot (+/+ € 167 k) door minder activiteiten dan voorzien. Daarnaast zijn de extra middelen die voor het Minderhedenbeleid beschikbaar waren, onder andere voor de inzet van taalcoaches, niet besteed (+/+ € 51 k)

6.2 Wijkteams

-40

I

6.3 Inkomensregelingen

25

I

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

-176

I / S

De overschrijding kent als belangrijkste redenen :
- lagere opbrengsten uit Eigen Bijdrage Wmo (-/- € 42 k) waarvan een deel voortkomt uit de afspraak gedurende twee maanden geen bijdrage te innen in verband met minder Wmo-inzet door de Coronabeperkingen, ingeschat op € 74 k
- hogere lasten voor Wmo-hulpmiddelen rolstoel- en vervoervoorzieningen (-/- € 200 k) door het overgaan op marktconforme tarieven in een nieuwe contract
- de lasten van het Wmo-vervoer (als onderdeel van het doelgroepenvervoer dat door de BVO DRAN wordt uitgevoerd) zijn door de Corona-beperkingen bij het reizen lager dan begroot (+/+ € 53 k).
Voor de het niet innen van de eigen bijdrage als is op basis van afspraken met VNG de gemeente gecompenseerd met een vergoeding van € 79 k. Deze bate is verantwoord onder programma 8.
Voor het doelgroepenvervoer is overeenkomstig de VNG-richtlijnen en in afstemming binnen de regio een bedrag van € 331 k aan omzetcompensatie betaald door de gemeente Rheden. Deze kosten zijn in de lasten van het doelgroepenvervoer meegenomen.
In de 2020 zijn de Wmo-hulpmiddelen overgedragen aan de nieuwe leverancier en in 2021 heeft de financiële afwikkeling plaatsgevonden. Dit resulteert een opbrengst van € 697 k die wordt verantwoord in 2021. Er wordt voorgesteld een deel hiervan (€ 497 k) via een bestemmingsreserve te gebruiken ter dekking van de hogere kosten van het nieuwe contract in 2021 en 2022. Dit zal in de Zomerrapportage 2021 worden verwerkt.

Rekeninghoudend met de door het Rijk verstrekte Coronacompensatie is het resultaat van dit taakveld : -/- € 102 k.

Voor de verdeling van het resultaat in structureel en incidenteel wordt nog een nadere analyse uitgevoerd.

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

313

I / S

De onderschrijding is op te splitsen in de volgende posten:
- hogere lasten voor Huishoudelijke Hulp / Dagelijkse Ondersteuning (-/- € 437 k)
- lagere lasten Gelrepas (+/+ € 84 k)
- lagere lasten Schulddienstverlening (+/+ € 42 k)
- lagere lasten Coördinatie thuiszorg / mantelzorg (+/+ € 62 k)
- lagere lasten Activerend Werk / Module 8 ( +/+ € 30 k)
- de lasten collectief vervoer dagbesteding (als onderdeel van het doelgroepenvervoer dat door de BVO DRAN wordt uitgevoerd) zijn door de Corona-beperkingen bij het reizen lager dan begroot (+/+ € 148 k)
- de lasten van ZiN (Zorg in Natura) - Begeleiding zijn lager dan begroot (+/+ € 175 k). In de lasten van ZiN is een bedrag opgenomen, in afstemming met VNG en regio, als bijdrage in het waarborgen van de continuïteit van zorgaanbieders ( € 320 k) en meerkosten ( € 2 k) als gevolg van Corona-beperkingen
- lagere lasten voor Pgb (+/+ € 177 k)
- per saldo lagere lasten voor uitvoering, transformatie en innovatie (+/+ € 50 k)
Voor de inhaalvraag Wmo is op basis van afspraken met VNG de gemeente gecompenseerd met een vergoeding van € 40 k. En voor het financieren van de continuïteit van zorgaanbieders is € 34 k ontvangen. Deze baten zijn verantwoord onder programma 8 (onderdeel van de Algemene Uitkering).

Rekeninghoudend met de door het Rijk verstrekte Coronacompensatie is het resultaat van dit taakveld : +/+ € 387 k.

Voor de verdeling van het resultaat in structureel en incidenteel wordt nog een nadere analyse uitgevoerd.

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

-2.365

I / S

De overschrijding is op te splitsen in de volgende posten:
- de lasten collectief vervoer instellingen (als onderdeel van het doelgroepenvervoer dat door de BVO DRAN wordt uitgevoerd) zijn door de Corona-beperkingen bij het reizen lager dan begroot (+/+ € 19 k)
- de lasten van ZiN (Zorg in Natura) - Jeugdzorg zijn hoger dan begroot (-/- € 2.468 k). In de lasten van ZiN is een bedrag opgenomen, in afstemming met VNG en regio, als bijdrage in het waarborgen van de continuïteit van zorgaanbieders ( € 321 k) en meerkosten ( € 86 k) als gevolg van Corona-beperkingen. Een nadere inhoudelijke duiding van de meerkosten Jeugd is onderaan deze tabel opgenomen.
- hoger lasten voor Pgb (-/- € 5 k)
- per saldo lagere lasten voor uitvoering en innovatie (+/+ € 127 k)
Voor de inhaalvraag Jeugdzorg is op basis van afspraken met VNG de gemeente gecompenseerd met een vergoeding van € 95 k. En voor het financieren van de continuïteit van zorgaanbieders is € 35 k ontvangen. Deze baten zijn verantwoord onder programma 8.
Daarnaast is er € 278 k meer compensatie Voogdij/18+ ontvangen dan begroot. Ook deze (extra) bate is verantwoord onder programma 8.

Rekeninghoudend met de door het Rijk verstrekte Coronacompensatie en hogere compensatie Voogdij/18+ is het resultaat van dit taakveld : -/- € 1.959 k.

Voor de verdeling van het resultaat in structureel en incidenteel wordt nog een nadere analyse uitgevoerd.

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

382

I / S

Onder dit taakveld, als onderdeel van programma 2, zijn opgenomen de lasten ( € 118 k) van aanvullende afspraken met een viertal zorgaanbieders (de zgn. addenda, te weten specifieke dienstverlening buiten de zorgproducten die in de producten-diensten-catalogus van de zorgaanbieders staan) opgenomen. De kosten van ZiN zijn in de financiële administratie verwerkt op taakveld 6.72 en niet uitgesplitst over de taakvelden 6.72 en 6.82. Voor de aansturing was dit niet relevant.

7.1 Volksgezondheid

117

I / S

De belangrijkste verklaring van de onderschrijding is de lagere kostenpost voor verplicht WvGGZ.

Voor de verdeling van het resultaat in structureel en incidenteel wordt nog een nadere analyse uitgevoerd.

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

-94

I / S

De overschrijding is met name te verklaren uit de volgende posten:
- hogere baten uit grafrechten, onderhoud graven en begraven (+/+ € 384 k)
- hogere lasten door niet geboekte mutatie reserve (-/- € 301 k)
- hogere lasten door afkoop graven (-/- € 200 k)
- geen toevoegingen aan de voorzieningen ( +/+ € 59 k)

Voor de verdeling van het resultaat in structureel en incidenteel wordt nog een nadere analyse uitgevoerd.

0.10 Mutaties reserves

182

I

De saldo van de overschrijding bestaat uit:
- vrijval van deel DU Armoede & Schuld vanuit de Reserve Nog Te Besteden Gemeentelijke Budgetten (RNTBGB) : +/+ € 16 k
- vrijval Pilot Waterinterventie (RNTBGB) : +/+ € 52 k
- vrijval Versterken Toegang (RNTBGB) : +/+ € 61 k
- vrijval Kansrijke Start (RNTBGB) : +/+ € 8 k
- vrijval Gidsgelden (RNTGB) : +/+ € 15 k

- onttrekking aan Monumentenfonds : +/+ € 30 k

Totaal

-1.369

Nadere inhoudelijke duiding van de meerkosten Jeugd 2020 (taakveld 6.72)

De werkelijke gemeentelijke uitgaven voor de jeugdzorg in 2020 zijn substantieel hoger dan in de gewijzigde begroting 2020 voorzien. De overbesteding bedraagt per saldo € 1.985K (saldo taakvelden 6.72 en 6.82)  Ten opzichte van 2019 zijn de uitgaven in 2020 met ca 10% toegenomen (€ 1.379K).
Hiermee hebben we de kinderen en gezinnen de ondersteuning kunnen bieden die zij nodig hadden. En hebben we de zorg-infrastructuur in stand kunnen houden, door extra financiële steun te verlenen aan de zorgverleners.

Het aantal kinderen met jeugdhulp is in 2020 gedaald met 4%. Na de alsmaar toenemende cliëntaantallen de afgelopen jaren is dit een trendbreuk. Deze ontwikkeling is eind 2019 ingezet en is versterkt door de vraaguitval als gevolg van de coronacrisis en lockdownmaatregelen.
Desalniettemin zijn de uitgaven voor de jeugdzorg gestegen door:

  • Meer kinderen, langer in verblijfszorg (intramuraal), behandeling is complexer en terugkeer naar huis lastiger.
  • verzwaring van de problematiek in brede zin, ook bij ambulante trajecten
  • Minder groepsbehandeling ingezet en dus juist meer individuele behandeling
  • Vertraging van mogelijkheden tot afschaling van zorg.

Van de verwijzingen naar zorg, wordt 60% verwezen door wettelijke bevoegde verwijzers zoals instellingen voor jeugdbescherming en huisartsen. De gemeente heeft beperkt invloed op de uitgaven via deze verwijsroutes. Onder andere is er meer verwezen door instellingen voor jeugdbescherming, die regelmatig zware (verblijfs)zorg (moeten) inzetten ter bescherming van kinderen. Ten opzichte van 2019 is er in 2020 sprake van een toename met k€ 600., waaronder dus een deel in verblijfszorg. In totaal zien we voor verblijfszorg hogere uitgaven van € 875K ten opzichte van 2019.

De onvoorzien hogere uitgaven voor jeugdzorg in 2020 zijn in belangrijke mate ook corona-gerelateerd. De coronacrisis heeft het maatschappelijk leven langdurig sterk ontwricht. Topprioriteit moest worden gegeven aan de zorg voor kwetsbare inwoners en het in stand houden van de zorg-infrastructuur. Met name toch al kwetsbare groepen zijn extra zwaar getroffen. Door de lockdownmaatregelen is de sociale wereld van kinderen sterk verkleind. Dit leidt met name bij al kwetsbare kinderen en gezinnen tot psychische belasting en dus zwaardere en complexere problemen. De benodigde professionele ondersteuning is dan ook zwaarder en behandelingen duren langer om de situatie te stabiliseren dan wel de problemen te verminderen en/of te verhelpen.

Daarnaast heeft de lokale overheid voor het behoud van de zorg-infrastructuur omzetgaranties verschaft en Corona-gerelateerde meerkosten van zorgaanbieders vergoed. Waar er sprake was van vraaguitval heeft de gemeente in het belang van continuïteit van bedrijfsvoering wel doorbetaald aan zorgaanbieders. In totaal gaat het om ca € 400K.

In 2020 is de verzilveringsgraad van onze beschikkingen met 3 procentpunt gestegen ten opzichte van 2019. Dit correspondeert met uitgaven van ca € 400K. Hier spelen factoren als de verzwaring van de zorg en veranderingen in de contractering van lokale jeugdzorg mogelijk een rol.
Daarnaast is de invoering van een POH-jeugd-ggz bij de huisartsen niet gerealiseerd in 2020. De coronacrisis heeft hier zeker een vertragende rol in gehad. Het verwachte effect van normalisatie van hulpvragen door de POH-jeugd-ggz en demping van het aantal verwijzingen naar jeugdhulp is dus (nog) niet opgetreden.

De coronacrisis is niet alleen debet aan de hoge uitgaven voor de Jeugdzorg. De hoge uitgaven voor de jeugdzorg komen ook voort uit onvolkomenheden in het stelsel. Uit onderzoek blijkt dat de gehele sector op jaarbasis € 1,5 miljard te kort komt. Het Rijk erkent inmiddels dat het huidige jeugdstelsel onhoudbaar is. Een herziening is aangekondigd. Tussentijds stelt het Rijk incidenteel extra budgetten beschikbaar.

Voor de context is het van belang om naast de uitgaven ook oog te hebben voor additionele baten.
In 2020 ontving de gemeenten Rheden ca € 1,8 miljoen aan extra budget voor de Jeugdzorg, bestaande uit:

  • Incidentele verhoging Rijksbijdrage : in 2020 ca € 880K
  • Compensatieregeling voogdij/18+. In 2020 ca €780K
  • Coronacompensatie: in 2020 € 130K.

Staatssecretaris Blokhuis (VWS): “Het kabinet erkent dat de druk op gemeenten, onder andere door de coronacrisis, fors is toegenomen. Het is van groot belang dat jeugdigen tijdig de zorg krijgen die zij nodig hebben. Ik ben blij dat we in overleg met de gemeenten tot afspraken zijn gekomen die de druk op de korte termijn verlichten. Maar dit is pas het begin. Het jeugdstelsel is op de lange termijn onhoudbaar en daarom is het nodig dat we uitgaven beter beheersbaar maken. Een belangrijke, gezamenlijke opgave.” https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/04/22/kabinet-stelt-ruim-%E2%82%AC600-miljoen-extra-beschikbaar-voor-jeugdzorg

Deze pagina is gebouwd op 08/30/2021 12:19:37 met de export van 08/30/2021 12:15:55