Paragrafen

Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Top 8 risico's.

Nr.

Risico

Kans

Financieel gevolg

Aandeel

1

Wegvallen extra middelen Jeugd vanaf 2023

100%

€ 1.600.000

26%

2

Gezien de hoeveelheid bezuinigingsmaatregelen bestaat het risico dat niet alle bezuinigingen (tijdig) worden gerealiseerd

20%

€ 1.200.000

20%

3

De oplopende kosten voor Jeugd door zowel indicaties waarop we geen grip hebben als een toenemende vraag

50%

€ 1.000.000

16%

4

Herverdeling gemeentefonds

50%

€ 750.000

12%

5

Aanvullende bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen i.v.m. een negatief exploitatiesaldo*

50%

€ 500.000

8%

6

Participatiewet. Enerzijds kan er sprake zijn van hogere lasten dan begroot omdat het aantal uitkeringsgerechtigden minder hard daalt dan het landelijke gemiddelde, anderzijds kunnen de inkomsten van het Rijk lager uitvallen.

50%

€ 500.000

8%

7

COVID-19, onvoldoende compensatie

25%

€ 125.000

2%

8

Door nieuwe, vaak meer flexibele, taken i.c.m. een krappe arbeidsmarkt is de huidige personele bezetting vaak niet voldoende

40%

€ 120.000

2%

Totaal overige kleinere risico's

€ 300.000

5%

Risicoprofiel 2020

€ 6.095.000

100%

* dit loopt uiteen van een duurder uitvallende aanbesteding van het doelgroepenvervoer tot een aanvullende bijdrage in het exploitatietekort van een gemeenschappelijke regeling.

Toelichting op de kolommen
De kolom “risico” bevat de omschrijvingen van het risico (gebeurtenis) die kan leiden tot een (nadelig) financieel gevolg. De waarschijnlijkheid dat de omschreven risico's zich daadwerkelijk voordoen wordt getoond in de kolom “kans”. Voor risico's die zich herhaaldelijk voor kunnen doen, geeft de kans een indicatie van de frequentie waarmee risico's zich voordoen. Deze indicatie van de frequentie van voordoen wordt in onderstaande tabel getoond:

Omschrijving

Percentage

< 1 keer per 10 jaar

10%

1 keer per 5–10 jaar

30%

1 keer per 2-5 jaar

50%

1 keer per 1-2 jaar

70%

> 1 keer per jaar

90%

Via de kolom “financieel gevolg” wordt getoond wat de financiële gevolgen zijn van het zich voordoen van het risico. Dit is de uitkomst van de het maximale ingeschatte financiële effect van een risico x de kans.

De kolom “aandeel” geeft aan welk aandeel het betreffende risico heeft in het totaal van alle mogelijke financiële risico's. Zichtbaar is dat de top 8 risico's 95% uitmaken van het totaal. Voor deze paragraaf merken we het totaalbedrag aan als risicoprofiel.

Ten opzichte van de begroting 2021 heeft er een verschuiving in de risico's plaatsgevonden. Hieronder geven we een nadere toelichting op de top 8.

Extra middelen Jeugd (1) en herverdeling gemeentefonds (4)
Er is door het Rijk nog geen uitsluitsel gegeven over de eventuele extra middelen voor Jeugd, het onderzoek daarnaar loopt nog. Naar verwachting wordt de uitkomst betrokken bij het definitieve besluit over de herverdeling. Wanneer dit besluit wordt genomen is nog niet duidelijk, er is veel te doen over de voorlopige uitkomsten waarbij de volgende aspecten (medio april 2021) in ieder geval een rol spelen:

  • de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft veel vragen gesteld aan het ministerie over de verklaring van de voorlopige uitkomsten;
  • wanneer die vragen zijn beantwoord zal de ROB pas een advies uitbrengen;
  • hierna start de consultatie van de VNG waarbij de VNG nog steeds het standpunt huldigt dat de omvang van het gemeentefonds eerst vergroot moet worden (o.a. meer structurele middelen voor Jeugd) voordat een nieuwe verdeling kan worden doorgevoerd;
  • daarnaast wordt een definitief besluit na de vorming van een kabinet, gezien de verkiezingsprogramma's is de samenstelling daarvan ook van invloed op (de groei van) de omvang van het gemeentefonds;
  • de herverdeling gaat op z'n vroegst in op 1 januari 2023.

Voor dit risicoprofiel houden we v.w.b. 1 vast aan het toetsingskader van de Provincie: met extra middelen Jeugd mag in de begroting alleen rekening gehouden als hiervoor ook een bedrag in het risicoprofiel is opgenomen.

Voor wat betreft 4 is een inschatting voor dit risicoprofiel lastig te maken. Op basis van de voorlopige uitkomsten is sprake van een nadeel van ongeveer € 2,5 miljoen. Vanaf 2022 hebben we in de meerjarenbegroting al rekening gehouden met € 1,1 miljoen. In dat geval zou het nadeel € 1,5 miljoen bedragen. Echter worden de herverdeeleffecten, via een ingroeimodel, ook beperkt tot € 15 per inwoner per jaar. Los van overige ontwikkelingen met betrekking tot het gemeentefonds bedraagt het nadeel in 2023 daarmee maximaal € 650.000. We hebben in de begroting echter al rekening gehouden met € 1,1 miljoen, effectief doet een financieel risico zich dus pas, beperkt, voor in 2024. Hoewel we uiteraard hopen dat de definitieve verdeling minder ongunstig uitpakt voor onze gemeente houden we in het risicoprofiel rekening met de voorlopige uitkomst.

Bezuinigingen (2)
Met het vaststellen van de begroting is er tegelijkertijd een groot pakket aan maatregelen en bezuinigingen vastgesteld. Het karakter van de ene maatregel is harder (c.q. eenvoudiger) te realiseren dan andere maatregelen. In totaal gaat het om een pakket maatregelen van ongeveer € 7 miljoen. We hebben hierbij de inschatting gemaakt dat de zachtere maatregelen hiervan ongeveer 20% uitmaken waarbij het risico bestaat dat deze niet (tijdig) worden gerealiseerd.

Een aantal van die zachtere maatregelen is bij de actualiteitenrapportage herzien, waardoor het risico is verkleind. Daarnaast hebben we bij deze jaarrekening vastgesteld dat, financieel, nagenoeg alle maatregelen voor 2020 zijn gerealiseerd. Er zijn echter ook maatregelen die qua bedrag meerjarig oplopen en waarvan het effect ook later wordt verwacht dan wel de omstandigheden wijzigen waardoor het uiteindelijke effect lager uitvalt. Een voorbeeld hiervan zijn de maatregelen bij Jeugd. Die zijn in 2020 niet behaald en vormen dan meerjarig ook een risico.

Jeugd (3)
De kosten van Jeugdzorg overschrijden in 2020 het begrote budget. Zodra het een structureel karakter is, is het een risico voor zowel de bezuinigingen (2) als het budget waarmee in de meerjarenbegroting rekening is gehouden (zie ook programma 2 voor een toelichting op deze overschrijding). Er is een aantal aanvullende beheersingsmaatregen genomen, die hun effect gaan krijgen in de loop van 2021. Hiertoe behoren met name lumpsumafspraken met zorgaanbieders en een overeenkomst voor de Sociale Basis. Daarnaast investeren we in sturingsinformatie om op termijn meer inzicht in de kosten te krijgen en eerder in staat zijn om bij te sturen. Daarbij is het belangrijk te beseffen dat er altijd een restrisico blijft bestaan, omdat onze invloed door autonome ontwikkelingen beperkt is. Die ontwikkelingen kunnen betrekking hebben op aantallen, duur en aard van de zorgbehoefte. Feit blijft dat er sprake is van zorgplicht en als er recht is op zorg dan hebben we die te leveren.

Gemeenschappelijke regelingen (5)
Net zoals veel andere gemeenten, participeren we in verschillende gemeenschappelijke regelingen. Ook gemeenschappelijke regelingen lopen diverse risico's en hebben soms te maken met taakuitbreidingen waarbij ze over het algemeen geen eigen middelen hebben om de financiële effecten daarvan zelf op te vangen. Op basis van de gemeenschappelijke regeling staan de deelnemende gemeenten dan 'aan de lat' voor die effecten. Onder dit risico vallen ook de ontwikkelingen bij de Connectie, waarbij het netto risico voor al onze gemeenschappelijke regelingen is opgenomen. Omdat in de meeste gemeenschappelijke regelingen is opgenomen dat een meerderheid van de stemmen in het algemeen bestuur leidend is, is de invloed op de hoogte van het financieel effect voor onze eigen gemeente beperkt. Dit is een standaard risico.

Participatiewet (6)
Ook dit is een standaard risico. Gemeenten zijn verplicht om bijstandsuitkeringen te verstrekken aan diegene die hiervoor op basis van de Participatiewet voor in aanmerking komt. Gemeenten ontvangen hiervoor een bijdrage uit het zogenaamde BUIG-budget. Dit is een landelijk budget dat 'objectief' wordt verdeeld, dat wil zeggen dat het aandeel van een gemeente in dat macrobudget is gebaseerd op de kans van het aantal bijstandsgerechtigden in een gemeente op basis van een veelheid aan objectieve kenmerken. Afhankelijk van de economische omstandigheden kan het Rijk het macrobudget verhogen of verlagen. Op die bijdrage heeft een gemeente dus geen invloed. Gemeenten hebben alleen invloed op de in- en uitstroom van het aantal bijstandsgerechtigden. Die invloed is echter ook niet maximaal, los van de inspanningen om inwoners bijvoorbeeld door middel van scholing en andere stimuleringsmaatregelen naar werk te begeleiden zijn gemeenten wel afhankelijk van de economische ontwikkeling in de regio ofwel de werkgelegenheid.

COVID-19 (7)
In de jaarrekening hebben we een afzonderlijke paragraaf opgenomen over de financiële effecten van COVID-19. Voor 2020 zien we dat het Rijk het grootste deel van de extra kosten die hiervoor ontstaan afdekt. Voor een aantal onderdelen, met name inkomstenderving en extra inzet van eigen (in te huren) personeel, lijkt de vergoeding iets achter te blijven. Echter gaat het hier deel ook om voorschotten, bijvoorbeeld bij toeristenbelasting en sport. Over het geheel genomen lijken die directe effecten dus te overzien.

De indirecte effecten zijn een stuk lastiger in te schatten, het is ook onbekend hoelang de maatregelen nog van kracht blijven en wanneer de samenleving en economie weer terug kunnen naar normaal en wat de effecten zijn wanneer de steunmaatregelen, voor met name bedrijven, wegvallen. Financieel gezien zou de gemeente getroffen kunnen worden door bijvoorbeeld een hoger aantal bijstandsgerechtigden, alhoewel het Rijk daar het macrobudget (zie 6) al voor verhoogd heeft.

Daarnaast is voor veel ondernemers uitstel van betaling van gemeentelijke belastingen mogelijk, zijn zij uiteindelijk in staat aan die verplichtingen te voldoen. Een risico, op langere termijn, is wellicht de omvang van het gemeentefonds. Hoe langer het Rijk de steunmaatregelen moet volhouden hoe hoger de staatsschuld oploopt. Wanneer deze uiteindelijk te hoog is opgelopen en de methode van voeding van het gemeentefonds niet verandert gaan gemeenten weer mee de trap af als het Rijk moet gaan bezuinigen. In tegenstelling tot de laatste economische crisis is het geluid in Den Haag nu echter dat we 'ons uit de crisis moeten investeren'. Al met al maakt dit het ontzettend lastig een goede inschatting voor het risicoprofiel te maken.

Arbeidsmarkt (8)
We zien de afgelopen jaren al sterk dat het lastig is om voor sommige functies nieuwe medewerkers aan te trekken die over de juiste kennis en vaardigheden beschikken om samen met de zittende collega's de steeds grotere uitdagingen aan te pakken. Dat heeft effect op salarisschaal doe we soms moeten bieden waarmee in de zogenaamde toegestane formatie geen rekening is gehouden. Ook de budgetten voor een (duurdere) flexibele schil die soms noodzakelijk is, zijn de laatste jaren stevig afgeroomd. In 2019 was o.a. hierdoor sprake van een overschrijding van de totale loonsom (vast en inhuur) van € 1 miljoen. In 2020 is hierop strakker gestuurd waardoor er sprake is van een heel geringe overschrijding. Ondanks deze beheersingsmaatregelen blijft er een restrisico bestaan.

Beheersmaatregelen
Bij het vaststellen van de jaarrekening 2019 heeft u ons gevraagd in deze paragraaf meer aandacht te besteden aan de manier waarop de risico's door het jaar heen beheerst zijn.

Uit de beschrijving van de risico's kunt u opmaken dat deze risico's grotendeels door ons niet te beheersen zijn omdat ze buiten onze invloedssfeer liggen, dat geldt vooral voor de risico's 1, 4, 5 en 7. Voor de andere risico's geldt dat we wel degelijk sturen op die onderdelen waar we wel invloed op hebben, dat is echter nog geen garantie dat deze zich niet voor zullen doen. Wanneer daarvan sprake is benoemen we dit ook actief in het programma waar het risico zich voor heeft gedaan (bijvoorbeeld programma 2 ten aanzien van Jeugd).

Daarnaast hebben we in de paragraaf Bedrijfsvoering een meer algemene paragraaf over risicomanagement opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 08/30/2021 12:19:37 met de export van 08/30/2021 12:15:55