Exploitatie van bouwgrond gaat per definitie gepaard met risico’s. De volgende risico’s kunnen worden genoemd:
- nationale en regionale marktomstandigheden betreffende woningbouw en bedrijventerreinen;
- (verwachte) overheidsmaatregelen (zoals milieuvoorschriften, ruimtelijke ordening, subsidiemogelijkheden);
- prijsontwikkeling in onder andere de bouwsector;
- procedures die moeten worden doorlopen en de resulterende (mogelijk lange) doorlooptijd;
- claimgevoeligheid (onder andere planschade);
- algemene economische ontwikkeling;
- invloed van provincie en rijksoverheid op gewenste woningbouwprogramma’s en uitgifte van bedrijventerreinen.
Binnen bepaalde marges zijn de risico’s beheersbaar. Inherent aan een bouwgrondexploitatie is altijd het meer- jarig karakter. Om dit proces goed te kunnen beheersen is het noodzakelijk voortdurend inzicht te hebben in de ontwikkeling van baten en lasten.
Op grond van een analyse van de risico’s zijn de volgende verhoogde risico’s te benoemen.
- Als algemeen risico kan worden vermeld dat er tussentijds als gevolg van (inspraak) procedures, wetswijzigingen e.d. plannen inhoudelijk aangepast zullen moeten worden. De financiële effecten hiervan kunnen een negatieve invloed hebben op de zelfvoorzienendheid van de grondexploitatie.
- Wanneer de niet in exploitatie genomen gronden in exploitatie genomen worden kunnen deze verlies- gevend zijn. Op dat moment zal een extra voorziening getroffen dienen te worden. Dit hangt af van de uiteindelijke plannen voor deze gronden.
Tenslotte is per 1 januari 2016 de VPB plicht voor overheidsbedrijven ingevoerd. Dit houdt in dat concurrerende en/of op winst gerichte ondernemingsactiviteiten van overheden vanaf 1 januari 2016 voortaan belastingplichtig kunnen zijn. Hieronder vallen ook de grondexploitaties.